Beroep bij Raad van State tegen bestemmingsplan Parklaan Ede.
De Stichting Milieuwerkgroepen Ede (SME) dient beroep in tegen het besluit van 27 september 2012, waarbij de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan ‘Parklaan’ gewijzigd heeft vastgesteld. Het vastgestelde bestemmingsplan, waarop de Crisis- en herstelwet van toepassing is, ligt vanaf 15 november 2012 ter inzage.
Algemeen De Stichting Milieuwerkgroepen Ede (SME) heeft bezwaar tegen de wijze waarop de gemeente haar zienswijze heeft behandeld. Tijdens een door de gemeente belegd zienswijzenoverleg op 9 mei 2012 was er geen gelegenheid voor overleg, alleen voor een mondelinge toelichting; overleg was volgens de gemeente niet de bedoeling van de bijeenkomst. Vervolgens is in de gemeentelijke Nota Zienswijzen Parklaan (d.d. 21 augustus 2012) niet de oorspronkelijk ingediende zienswijze opgenomen, maar een interpretatie daarvan door de gemeente, waardoor meermalen de essentie verloren is gegaan. De SME meent daarom dat haar zienswijze onvoldoende is belicht.
Onderdelen waartegen beroep wordt aangetekend
- Gemeentelijke reactie op de punten 1, 2, 3 en 4c van de zienswijze (‘nut en noodzaak zijn onvoldoende onderbouwd’)
- Gemeentelijke reactie op punt 4b van de zienswijze (‘het onherroepelijk Tracébesluit A12 Ede-Grijsoord staat realisatie van een onderdoorgang voor de Parklaan in de weg’)
- Gemeentelijke reactie op punt 3a van de zienswijze (‘bestemming wordt ten onrechte afhankelijk gesteld van vergunningverlening’)
- Gemeentelijke reactie op punt 5 van de zienswijze (‘Verwerving van de benodigde gronden is onvoldoende zeker’)
- Gemeentelijke reactie op de punten 7 en 10a van de zienswijze (‘Doorsnijding en volplanten van de Hoekelumse Eng is strijdig met het eigen gemeentelijk beleid en met een goede ruimtelijke ordening’)
- Gemeentelijke reactie op de punten 8, 9 en 10b van de zienswijze (‘Aantasting Rijksmonument Landgoed Hoekelum, Natura 2000-gebied en EHS’)
- Wijzigingsbevoegdheid ter hoogte van de aansluiting van de Parklaan op de N224
Verzoek
De SME is van oordeel dat nut, noodzaak en uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Parklaan onvoldoende zijn onderbouwd en dat daarom aan het bestemmingsplan goedkeuring moet worden onthouden. De SME is voorts van mening, dat op onderdelen de juridische constructie tekortschiet, dat effecten op natuur, milieu, cultuurhistorie en landschap worden gebagatelliseerd tot over wettelijke grenzen heen en dat ook daarom in ieder geval aan de in het beroep genoemde onderdelen goedkeuring moet worden onthouden.
Tot slot verzoekt de SME om een voorlopige voorziening tot schorsende werking van het beroep. Gevolgen van ingrepen bij een eventuele aanleg van de Parklaan zijn zó ingrijpend en onomkeerbaar dat deze pas zouden mogen worden uitgevoerd wanneer en voor zover het bestemmingsplan onherroepelijk zou zijn goedgekeurd.