
Op grond van Europese wetgeving (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn) moeten landen iedere zes jaar rapporteren hoe het staat met de landelijke instandhoudingsdoelen in de Natura 2000-gebieden. Op grond van de stand van de wetenschap ten aanzien van die instandhoudingsdoelen kunnen die vervolgens worden aangepast. Naar boven of naar beneden, naar gelang het doel verder uit zicht komt of waarschijnlijk gehaald wordt. Namens de SME is onderstaande reactie gestuurd, omdat wij het met een aantal voorstellen niet eens waren.
Consultatiereactie op de voorgenomen landelijke instandhoudingsdoelen Natura 2000
De Stichting Milieuwerkgroepen Ede maakt als belanghebbende graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren op het voorstel voor de herziening van de landelijke instandhoudingsdoelen voor Natura 2000. Wij erkennen het belang van actualisering van deze doelen en onderschrijven het uitgangspunt dat Nederland moet voldoen aan de verplichtingen uit de Vogel- en Habitatrichtlijn. Echter, het voorliggende voorstel schiet hierin op fundamentele punten tekort en biedt onvoldoende juridische en ecologische basis voor daadwerkelijk natuurherstel.
Hoewel het doel van de herziening zou moeten zijn om te voldoen aan het minimale wat de EU vraagt, wordt in het voorstel voornamelijk gezocht naar mogelijkheden om deze verplichtingen tot een absoluut minimumte beperken. Daarmee wordt voorbijgegaan aan de essentie van de Vogel- en Habitatrichtlijn, namelijk het duurzaam beschermen en herstellen van robuuste gebieden en populaties. Sturen op ondergrenzen is niet in lijn met deze richtlijnen.
De staat van instandhouding van veel Natura 2000-gebieden, zoals in onze gemeente Ede de ‘Veluwe’ en het ‘Binnenveld’, is ronduit slecht zoals blijkt uit de Natuurdoelanalyses voor deze gebieden uit 2023 en de adviezen die de Ecologische autoriteit ten aanzien van deze Natuurdoelanalyses heeft gegeven. Onder dergelijke omstandigheden mogen geen maatregelen worden genomen die tot verdere verslechtering kunnen leiden, zoals het verlagen van instandhoudingsdoelen. De Raad van State heeft in meerdere uitspraken bevestigd dat juist onder deze omstandigheden vol ingezet moet worden op actief natuurherstel.
Een ander belangrijk punt is dat het voorstel impliciet toestaat dat doelen in bepaalde gebieden niet worden gehaald als ze elders wel gehaald worden. Dit is juridisch onhoudbaar. De bescherming binnen Natura 2000-gebieden is gebiedsgericht en specifiek bedoeld voor de soorten en habitats waarvoor deze gebieden zijn aangewezen. Populaties buiten deze gebieden bieden hiervoor geen afdoende juridische bescherming.
Zeer zorgelijk is ook dat voor bedreigde en ernstig bedreigde soorten en habitattypen bewust lage
instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd. Dit staat haaks op de verplichting om juist deze soorten te
beschermen tegen onherstelbare schade. Volgens jurisprudentie moet juist voorrang worden gegeven aan deze meest kwetsbare natuurwaarden, ook in het kader van de stikstofproblematiek die juist hier in onze Gemeente Ede het meest manifest is.
Het voorstel beroept zich daarnaast op ecologische dynamiek als reden om doelen lager of vager te
formuleren. In de Nederlandse context, waarin natuurlijke dynamiek sterk is aangetast, vergroot dit juist het risico op verdwijnen van soorten. Die dynamiek mag geen argument zijn voor versoepeling van de
instandhoudingsverplichtingen.
Ten slotte wordt in de onderbouwing gebruik gemaakt van langjarige gemiddelden over populatietrends,
waardoor verslechteringen in recente jaren worden uitgevlakt. Dit leidt tot een te rooskleurig beeld en is in strijd met het voorzorgsbeginsel. Juist de recente dramatische afnames bij veel soorten vragen om
verhoogde inzet, niet om een verlaging van doelen.
Wij verzoeken u dan ook om de instandhoudingsdoelen aan te passen in lijn met de letter en geest van de Europese richtlijnen, en daarbij recht te doen aan de juridische uitspraken, ecologische urgentie en de maatschappelijke opdracht tot herstel van biodiversiteit. Enkel dan kan het natuurbeleid op voldoende draagvlak en rechtszekerheid rekenen.
De Stichting Milieuwerkgroepen Ede dankt u voor de mogelijkheid tot inspraak en hopen dat bovenstaande punten zorgvuldig worden meegenomen bij de definitieve vaststelling