Lozingsvergunning voor vervuild ENKA grondwater bij de Raad van State

Op 7 juni 2022 werd de lozingsvergunning voor het (met onder andere pentachloorfenol, perchloorethyleen en sulfaat) vervuilde ENKA-grondwater behandeld bij de Raad van State in Den Haag. Dit vervuilde grondwater is aanwezig onder verschillende woonwijken in Ede (onder andere Maandereng). Daar waren de vertegenwoordigers van de Vereniging Mooi Wageningen (VMW), en van de SME) bij aanwezig. Ook waren er onze advocaat Jan-Eelco Dijk en technisch adviseur van SME, Jelmer Buijs. VMW was vergezeld door een deskundige die betrokken is geweest bij de sanering van het ENKA-terrein.


De agenda was opgedeeld in zo’n 14 punten die allemaal, een voor een, werden behandeld. Het eerste punt betrof de te laat door het Waterschap Vallei en Veluwe ingebrachte stukken. De rechters boden ons drie weken extra tijd om op deze stukken (109 pagina’s) te reageren. Dat hebben wij gedaan. Daarna zou het Waterschap Vallei en Veluwe twee weken de tijd krijgen om op deze stukken te reageren.
Op de zitting kwam een veelheid van onderwerpen aan de orde, waaronder de emissie/immissie-toetsen voor de drie eerder genoemde stoffen, Natura-2000, Kader Richtlijn Water, Vogelrichtlijn, terugstroom van de Nederrijn als gevolg van kribben en scheepvaart, risico’s voor het drinkwater innamepunt in Nieuwegein, en nog vele andere.

Door VMW en SME is in de ingediende schriftelijke reactie aangegeven dat de emissie/immissie-toets (die ervoor dient om lozingen te toetsen aan de Kader Richtlijn Water) tot uitkomst heeft dat de lozing niet mag. Door de verweerders (Waterschap, Rijkswaterstaat, Provincie, Gemeente) is dat met het te laat ingestuurd stuk bestreden; men heeft de berekening echter uitgevoerd met de helft van het geplande debiet van 50 kubieke meter per uur. Een opmerkelijke aanpassing van de werkelijkheid, nadat zij al in een eerdere toetsing een verkeerde breedte en diepte van de Neder-Rijn hadden gebruikt en later gecorrigeerd.

Alle andere onderwerpen werden door de tegenpartijen met wollig taalgebruik goedgepraat. Ze menen te hebben aangetoond dat de geplande lozing geen negatieve invloed zal hebben op de beschermde soorten in de Neder-Rijn en de vogels die daarvan afhankelijk zijn voor hun voedsel. Volgens de SME en VMW is er geen sprake van een serieuze ecologische toetsing, niet op basis van wetenschappelijke literatuur en ook niet door middel van empirische onderzoek.