Paddenpoel Horapark

Startnotitie Transformatie Horapark reden tot zorg voor Stichting Milieuwerkgroepen Ede

De Stichting Milieuwerkgroepen Ede (SME) heeft in een schriftelijke reactie aan burgemeester en wethouders van Ede haar zorgen kenbaar gemaakt omtrent de Startnotitie Transformatie Horapark zoals die in februari door B&W is vastgesteld.

Ook het Bewonerscomité Enka-Horapark (bewoners van de Enkawijk), de paddenwerkgroep “Hora Est”, Geldersch Landschap & Kasteelen, Natuur en Milieu Gelderland en de Fietsersbond hebben schriftelijk op de Startnotitie gereageerd.

De SME begrijpt dat een antwoord wordt gezocht op de structurele leegstand in de kantoorpanden in het Horapark en dat het voor de hand ligt om (een deel van) de bestaande panden een andere functie te geven. Wij maken ons echter zorgen over de voorgestelde transformatie en ontwikkeling van het gebied. Naar aanleiding van de Startnotitie wil de SME de volgende punten bij B&W onder de aandacht brengen:

1) Natuur(waarden) in het Horapark versterken

Het Horapark vormt een groene schakel tussen het Landgoed Hoekelum en de Enka-wijk. Bij wandelaars, spelende kinderen en fietsers is deze groene oase zeer geliefd. Het Horapark wordt gekenmerkt door waardevolle restanten van de parkaanleg uit het begin van de 20e eeuw met monumentale laanbomen en in de bosgedeelten veel mooie oude bomen. Omdat hier van oudsher bos heeft gestaan, is het Horapark van grote waarde als leefgebied voor ver­schillende bijzondere diersoorten. Het gebied is van levensbelang voor een unieke populatie padden (gewone pad – Bufo bufo) en herbergt verder onder andere diverse vleermuissoorten (waaronder de beschermde laatvlieger), meer dan 70 vogelsoorten, waaronder de bosuil en de zwarte specht, diverse beschermde vlindersoorten, zandhagedissen en hazelwormen (bron: Econsultancy, Bijlage bij biomorfologische kaart Ede). Bij een mogelijke transformatie van het Horapark dient bescherming en versterking van de natuur- en landschapswaarden dan ook voorop te staan.

Het Horapark is het leef- en voortplantingsgebied van een voor Nederlandse begrippen unieke paddenpopulatie. Het aantal padden is sinds de sanering en bebouwing van het voormalige ENKA-terrein flink teruggelopen. De drie paddenpoelen die de gemeente in 2008 heeft laten aanleggen, als mitigatie en compensatie voor het verlies aan leefgebied en voortplantings­water voor de amfibieën en verlies aan leefgebied voor vleermuizen, hebben een grote teruggang in aantallen dieren helaas niet kunnen voorkomen. De SME verzoekt de gemeente om op korte termijn te laten onderzoeken hoe het ervoor staat met de padden- en vleermuis­populaties in het Horapark. De paddenwerkgroep “Hora Est” concludeert in haar zienswijze op de Startnotitie Transformatie Horapark dat uitbreiding van de bebouwing van het Hora­park de paddenpopulatie instabiel zou maken en in strijd is met de zorgplicht van de gemeente ten aanzien van de padden en vleermuizen. De SME onderschrijft deze conclusie. De eerdere mitigatie en compensatie voor de inbreuk op het Enka-terrein mogen niet worden ingeleverd ten behoeve van een verdere urbanisatie van het Horapark.

Een integraal groenplan zou leidend moeten zijn bij een transformatie van het Horapark. Daarbij zouden het versterken van de ruimtelijke kwaliteiten en natuurwaarden voorop moeten staan. Het groenplan zou ook aandacht moeten hebben voor achterstallig onderhoud en verrommeling van het gebied in de afgelopen jaren. Overwogen kan worden om kwetsbare terreindelen (bijvoorbeeld de paddenpoelen) af te schermen.

2) De beschermde status van de natuur in het Horapark waarborgen

De natuur in het Horapark geniet bescherming in het kader van het Gelders Natuur Netwerk en Groene Ontwikkelzone (GNN en GO). Dit betekent dat voor bouwprojecten en uitbrei­dingen een “nee-tenzij”-regime geldt. Het gebied grenst pal aan Landgoed Hoekelum, dat onderdeel is van Natura 2000-gebied Veluwe en daarmee Europese bescherming geniet. In de Stadsvisie Ede is het Horapark expliciet opgenomen als onderdeel van het landschapspark de Groene Wig (Stadsvisie Ede, pag. 60: kaart). De Stadsvisie stelt vast dat functieverandering en transformatie van bestaande bebouwing, en in zeer beperkte mate nieuwbouw, in het Hora­park alleen mogelijk is wanneer dit ook bijdraagt aan de realisatie van het landschapspark (Stadsvisie Ede, pag. 85).

De SME is van mening dat de beschermde status van de natuur in het Horapark niet toelaat dat het bouwvolume van bestaande gebouwen wordt vergroot (bijvoorbeeld door ‘optoppen’) en dat er geen ruimte is voor nieuwbouw in nu nog onbebouwde gedeelten van het plan­gebied.

3) Planologische fouten uit de jaren zeventig herstellen & nieuwe fouten vermijden

Het Horapark is vanaf de jaren ’70 als kantorenlocatie ontwikkeld. In 2000 zijn de bouw­mogelijkheden in het Horapark beperkt om de ruimtelijke kwaliteit van het gebied te ver­sterken. Twee van de toen aangewezen bouwlocaties (in de deelgebieden B en C) zijn nooit bebouwd. Het valt te betreuren dat de gemeente de bestemming van deze twee locaties voor de nieuwbouw van kantoren niet heeft ingetrokken en dat nu wordt overwogen om deze twee locaties te bestemmen voor nieuwbouw van woningen in een kwetsbaar groen gebied. De SME pleit ervoor om deze twee locaties onbebouwd te laten en te gebruiken om de natuur­waarden van het Horapark te versterken. De ontwikkeling van horeca en/of een kleinschalig hotel in deelgebied C is wat de SME betreft dan ook totaal ongewenst. Op landgoed Hoeke­lum zijn al twee horecagelegenheden aanwezig (kasteel en boerderij).

Wij zijn het oneens met de opvatting dat het Horapark een goede locatie is om snel betaalbare woningen te realiseren (Startnotitie, pag. 7). Waar het gaat om het verbouwen van bestaand vastgoed (kantoren of winkels) tot betaalbare woningen zijn in de gemeente Ede veel geschiktere alternatieven te vinden dan het Horapark.

4) Milieueffecten goed in kaart brengen

Vanwege de natuurwaarden van het Horapark en vanwege het feit dat het plangebied direct grenst aan Natura 2000-gebied Veluwe, waarbij er sprake zal zijn van ‘externe werking’ op dit Europees beschermde gebied, menen wij dat de bestaande regelgeving een zogenaamde ‘Passende Beoordeling’ vereist; daarvoor is de Provincie het bevoegd gezag. Wij menen verder dat er behalve een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling voor de plannen tot herontwikkeling van het Horapark ook een plan-m.e.r. (milieueffectrapport) dient te worden opgesteld. In deze procedure bent u als gemeente verplicht om naast inrichtingsalternatieven ook locatie-alternatieven te onderzoeken. Ten slotte constateren wij dat de vergunningverlening Nb-wet door de Provincie geen verdere aantasting van het Horapark toestaat.

5) Cumulatieve effecten bouwprojecten in Ede-oost laten meewegen

De plannen voor transformatie van het Horapark staan niet op zichzelf. Aan de oostkant van Ede is de afgelopen jaren sprake van een opeenvolging van bouw- en infrastructuurprojecten: de kazerneterrei­nen, WFC, ENKA-wijk en Parklaan. Al deze projecten en plannen hebben cumulatief negatieve effec­ten op het pal aangrenzende Natura 2000-gebied. De optelsom van al deze aantastingen aan de randen van de Veluwe is nooit gemaakt en moet in zijn totaliteit worden beoordeeld. Voor de SME is aan deze kant van Ede de grens bereikt. Er is hier geen ruimte voor nog meer woningbouw. Behoud van de natuurwaarden in het Horapark zelf en in het aangrenzende Natura 2000-gebied dient voorop te staan.

6) Rekening houden met beperkingen door stikstofproblematiek

De SME meent dat er geen ‘stikstofruimte’ is voor nieuwbouw in het Horapark. Toename van het verkeer als gevolg van herontwikkeling van het Horapark zal leiden tot onaanvaardbare niveaus van stikstofdepositie in het aangrenzende Landgoed Hoekelum (onderdeel van Natura 2000-gebied Veluwe), dat reeds te lijden heeft onder stikstofuitstoot van de A12, de Bennekomseweg/Parklaan en de stikstof afkomstig van de landbouw in het Binnenveld. Dit kan niet door middel van intern salderen worden ‘opgelost’, en ook hier geldt: de grens is bereikt. De kritische depositiewaarden voor de Europees beschermde habitattypen worden immers op de hele Veluwe ruim overschreden. Hierdoor is er geen ruimte voor doorontwikke­ling van het Horapark. Van ‘stikstofruimte’ kan pas sprake zijn als de depositieniveaus onder de kritische waarden zijn gedaald en er als gevolg daarvan herstel van de habitattypen is opgetreden (Remkes et al. 2019, 2020). Ook bij de beoordeling van dit aspect is de Provincie aan zet, middels een vereiste Nb-wetvergunning.

7) Verkeerseffecten bij de planvorming laten meewegen

Een nieuwe woonwijk met 500 woningen in het Horapark zal leiden tot een aanzienlijke toename van het (auto)verkeer, ook al zouden de bestaande vervoersbewegingen hierop in mindering worden gebracht. De Horalaan zelf is aan de smalle kant als uitvalsweg voor een dergelijke woonwijk en kan niet verbreed worden zonder een groot aantal monumentale beuken op te offeren. De nieuwe rotonde aan het begin van de Horalaan, die als onderdeel van de Parklaan is gepland, is niet berekend op deze toename. De verkeerstoename is tevens strijdig met de overeenkomst die de gemeente Ede heeft gesloten met SME/GNMF inzake de Parklaan. Hierin zijn de partijen een project ‘Duurzame mobiliteit’ overeen gekomen, juist met het doel om te voorkomen dat het wegennetwerk van Ede, en in het bijzonder de Parklaan, overmatig met autoverkeer wordt belast en ervoor te zorgen dat hinder door geluid, fijnstof en uitlaatgassen afneemt. De bouw van 500 woningen in het Horapark zal leiden tot een aanzienlijke toename van het verkeer op de Parklaan, en zeker niet tot de beoogde afname. Het is realistisch te veronderstellen dat de kritische capaciteit van de Parklaan, zoals die gezamenlijk is ontworpen en overeengekomen, hierdoor overschreden zal worden, met alle gevolgen van dien.

De SME vindt de verkeerssituatie een zwaarwegend argument tegen transformatie van het huidige kantorengebied tot een woonwijk met vele honderden woningen.

Het bewonerscomité Enka-Horapark betoogt in haar zienswijze dat op locaties B en D momenteel parkeerplaatsen zijn gerealiseerd die strijdig zijn met het vigerende bestemmings­plan en verzoekt de gemeente om de bestemming ‘bos’ te handhaven. Zij vraagt de gemeente ervoor te zorgen dat de verharding van deze illegale parkeerplaatsen wordt verwijderd en dat op die plaatsen de natuurlijke toestand wordt hersteld. De SME onderschrijft dit.

Wat betreft de plannen voor een fietsroute: de SME wil voorkomen dat de geplande toeris­tische noord-zuid fietsverbinding (Veluweflankroute) vlak langs de paddenpoelen gaat lopen: de route kan het Horapark beter meer naar het oosten doorkruisen, ergens ter hoogte van deelgebied D. Daarbij is een half-verharding te prefereren (en asfalt en beton te vermijden) ten behoeve van amfibieën en reptielen.

8) Uitgaan van een overkoepelend bestemmingsplan en voorwaarden scheppen voor zinvolle participatie

De SME is geen voorstander van de voorgestelde aanpak, waarbij geen overkoepelend bestemmingplan wordt opgesteld, maar per deelgebied de omgevingsvergunning tegelijkertijd in procedure wordt gebracht met het (deel)bestemmingsplan. Dit betekent immers dat de milieueffecten van de herontwikkeling van het Horapark niet in zijn totaliteit in beeld komt, terwijl het juist gaat om de optelsom van de milieueffecten van alle deelprojecten. De SME is van mening dat er een overkoepelend bestemmingsplan voor het hele Horapark moet komen. En als de gemeente in de nabije toekomst ontwikkelingen verwacht in het aangrenzende gebied van de Ederhorst, dan dient ook dat gebied in één overkoepelend bestemmingsplan voor deze omgeving te worden betrokken. Anders kunnen er sluipenderwijs ongewenste effecten ontstaan, zoals een ontoelaatbare druk op Landgoed Hoekelum (onderdeel van Natura 2000-gebied Veluwe) of een zodanige verkeerstoename dat de Horalaan en de aansluiting (rotonde) op de Parklaan verbreed zouden moeten worden. De SME wil in een vroeg stadium wijzen op het risico van zulke onwenselijke scenario’s.

De Startnotitie is onvoldoende duidelijk over het vervolgproces (Startnotitie Transformatie Horapark, hoofdstuk 6). Het lijkt ons uitgesloten en zeer onwenselijk dat ontwikkeling van deelgebied B al medio 2021 kan starten. Een dergelijke snelle start van de herontwikkeling laat amper ruimte voor zinvolle participatie vanuit de samenleving en noopt stakeholders bijna ongewild tot vertragende procedures. Participatie heeft alleen zin als het verder gaat dan eenrichtingsverkeer vanuit gemeente en projectontwikkelaars. Omwonenden, gebruikers van de groene ruimte in het Horapark en milieuorganisaties als de SME willen graag con­structief meedenken over de herontwikkeling van dit gebied. Maar dat betekent dat er ook gelegenheid moet zijn om die inbreng te leveren.

Met onze achterban en moederorganisatie Natuur en Milieu Gelderland is de SME bereid om via inhoudelijk overleg naar oplossingen te zoeken.