Uitspraak van de Raad van State op 25 april 2016 inzake de voorlopige voorziening schorst bestemmingsplan Parklaan.
De uitspraak over de voorlopige voorziening is toegewezen, omdat opname in het nieuwe programma Aanpak Stikstof nog nader moet worden toegelicht, en omdat het belang van het niet aantasten van de natuur belangrijker werd geacht dan de snelle uitvoering van de ontsluitingsweg.
De voorlopige voorziening is aangevraagd om onomkeerbare handelingen te voorkomen. Een en ander heeft betrekking op het nieuwe tracé van de weg dat door de gemeente is vastgesteld na de vernietiging van het besluit over diezelfde Parklaan op 23 april 2014 met een oostelijker tracé. Het nieuwe tracé is ongeveer zeven meter naar het westen toe verlegd en is bovendien zo ruim bemeten – met 2×2 rijstroken – dat dat vernietiging betekent van het daar gelegen gedeelte van het Gelders natuurnetwerk. Daarbij is ook natuurcompensatie niet goed mogelijk omdat ook voldoende ruimte op de Hoekelumse Eng voor natuur en natuurverbindingen verloren gaat; dit stellen SME en GNMF.
Ook is er waarschijnlijk sprake van aantasting van de natuur van de Veluwe doordat er door wegenuitbreiding meer stikstofuitstoot is door verkeer, terwijl er ook al uitbreiding van uitstoot in het hele gebied is door de landbouw.
De Raad van State stelde dat de Edese gemeenteraad niet kan volstaan met een verwijzing naar het nieuwe Programma Aanpak Stikstof dat op 1 juli 2015 in werking is getreden, omdat dat ervan uitgaat dat een stikstofprobleem bij Natura 2000-gebieden ter plekke moet worden opgelost. Wel is het zo dat het project dat het plan mogelijk maakt, is opgenomen op de ‘prioritaire projectenlijst’, maar dan nog moet een exactere beoordeling plaatsvinden. Dat kan eventueel wel in de nu volgende bodemprocedure. Als die in november of december plaatsvindt, zal daarover dus mogelijk, ook in algemene zin, meer duidelijkheid zijn.
Voor het overige zijn de belangen van de natuurorganisaties afgewogen tegen het belang dat de gemeente heeft bij spoedige realisatie van de verbinding. Zowel de mogelijkheid van onomkeerbare gevolgen voor de natuur als het feit dat in de nabije toekomst nog niet een grotere intensiteit van verkeer in Ede-Oost te verwachten is, zijn doorslaggevend geweest bij de uitspraak. De overige overwegingen van GNMF en SME zullen daarom in de bodemprocedure aan de orde komen. De gemaakte proceskosten moeten vergoed worden door de gemeente Ede.
Al met al hoopt SME nog steeds dat de belangen van milieu en natuur het nu eindelijk eens zullen winnen van korte termijn-politiek en commerciële belangen.
Lees verder in de hele uitspraak