De Pijpleiding
De provincie Gelderland, de gemeente Ede, de gemeente Wageningen en het waterschap Vallei en Veluwe zijn in overleg over de aanleg van een pijpleiding van Ede naar de Nederrijn bij Wageningen. De pijpleiding gaat verontreinigd grondwater afvoeren. Dit grondwater heeft onder andere hoge concentraties sulfaat. Dit is afkomstig van de activiteiten van de voormalige ENKA. Eind 2016 of begin 2017 moet de aanleg van de pijpleiding van start gaan. Een bedenkelijke situatie? Water Natuurlijk Vallei en Veluwe, en de Stichting Milieuwerkgroepen Ede hebben zich laten informeren.
De sanering van het ENKA-terrein en de sanering van de pluim zijn twee verschillende dingen. De sanering op het terrein van de ENKA zelf betrof de recente vervuiling en vervuilende stoffen die niet mobiel zijn zie de afbeelding hiernaast uit de door de gemeente verstrekte informatiefolder over de bodemsanering.
De pluim
De pluim is de vervuiling in het grondwater, ontstaan na de het stoppen van het bedrijf 70 jaar geleden. Deze pluim verplaatst zich in zuidwestelijke richting al vele jaren door de bodem waardoor het merendeel van de pluim inmiddels op flinke afstand van het ENKA-terrein ligt. Hier kunt u meer lezen over de achtergrond van dit probleem.
Waterschap, gemeente en provincie hebben er voor gekozen de ENKA-pluim te saneren omdat niets doen geen optie is. Het hoge sulfaatgehalte is namelijk een risico voor natuurgebieden in het Binnenveld en kan ook stankoverlast opleveren in het oppervlaktewater van de Edese woonwijken Rietkampen en Maandereng.
Volgens onderzoek van de provincie, de gemeente Ede en het waterschap, is het afvoeren van dit vervuilde grondwater naar de Nederrijn op dit moment de beste oplossing, mits de concentraties aanvaardbaar zijn, ook naar Europese maatstaven. In de Rietkampen moet een pompstation komen op een plek met de minste overlast. Vanaf daar gaat de leiding naar Wageningen. Deze heeft een beperkte diameter van 20 cm. De landschappelijke impact van de aanleg is naar verwachting beperkt. Naar de ligging van het voorkeurstracé wordt nu in samenwerking met de gemeenten Ede en Wageningen onderzoek gedaan. Er komt ook een calamiteitenplan. Bovendien wordt de optie van een zuigleiding in plaats van een persleiding onderzocht, wat het risico bij breuk beperkt.
Rijkswaterstaat acht de gevolgen voor de Nederrijn zelfs bij lage rivierafvoer verwaarloosbaar. Maar omdat het waterschap én de gemeenten niet over één nacht ijs willen gaan, is door hen, ook na suggesties van de SME daarover, een ‘second opinion’ aangevraagd. Tegenwoordig kun je eigenlijk geen ‘smeerpijp’ meer aanleggen. Dat is vervuiling van A naar B verplaatsen.
Second opinion
Het (gedeeltelijk) zuiveren van het opgepompte grondwater is vooralsnog duurder dan de aanleg en exploitatie van de afvoerleiding en leidt niet tot een waterkwaliteit die geloosd mag worden op het oppervlaktewater; vandaar dat de afvoerleiding in de ogen van de initiatiefnemers de beste oplossing is. Mogelijk andere oplossingen worden bekeken in de genoemde ‘second opinion’. Met het waterschap is ook besproken te zoeken naar mogelijkheden om het moederbedrijf AKZO, alsnog aan te spreken op het punt van de kosten, aangezien de keuze voor een ‘smeerpijp’ vooral door de beschikbare financiën lijkt te zijn bepaald. Immers, de gekozen oplossing staat wel haaks op het principe van ‘de vervuiler betaalt’.